Tag Archives | jane

Jane de Liefste

In de herfst van 2018 kwam ik samen met onze jongste zoon Mus terug van een weekendje in een vakantiepark. Toen we de auto aan het uitladen waren op onze oprit, hoorden we haar voor het eerst. Een klein poesje, miauwend in de struiken tegenover ons huis. We liepen naar haar toe en praatten tegen haar. Ze was bang en rende weg.
De volgende dag zagen we haar in de tuin. Ze was mager, had duidelijk honger. We zetten een schoteltje voer neer. Pas toen we op een paar meter afstand waren, durfde ze het op te eten. Haar stemmetje viel op: hoog, zacht, smekend. Wat was ze klein!
Het voeren werd een ritueel en het poesje, dat we later Jane zouden noemen, zocht ons steeds vaker op. Soms miauwde ze onder ons slaapkamerraam als ze hoorde dat we daar waren, met haar hoge, herkenbare miauwtje. Dan ging ik uit bed om haar te voeren. Na een tijdje vertrouwde ze ons zo dat we haar mochten aaien. Dat vond ze fantastisch en ze begon meteen héél hard te spinnen.

Dat het niet goed met haar ging, hadden we toen al gezien. Dat ze geen thuis had ook. Ik herinner me dat ik op een koude novemberochtend buiten kwam en haar zag zitten tegen de gevel van ons huis, in een hoopje bladeren. Ze rilde. Op dat moment besloten we te proberen om haar te vangen. Zieke poezen horen niet in de kou tegen een gevel.
Het was niet makkelijk om haar te vangen. Ze vertrouwde ons, maar had duidelijk lang op straat geleefd dus wilde niet worden opgetild. Uiteindelijk lukte het me om haar te pakken te krijgen. Ik zette haar op een oude deken in onze studio, waar ze de tijd kreeg om bij te komen. Ze sliep, at, liet zich aaien en leek dolgelukkig. Bij de dierenarts bleek dat ze, naast niesziekte en een longontsteking waarvoor ze antibiotica kreeg, geen chip had en op onze oproepen op social media en melding bij Amivedi kwam geen respons. Jane leek van niemand, maar ontwikkelde zich binnen een paar dagen tot de perfecte huiskat: vriendelijk, aanhankelijk, sociaal. Ze heeft niet één keer buiten de bak geplast of gepoept, nooit gekrabd of iets stukgemaakt. Jane was alleen maar lief. Hele avonden lag ze op schoot te spinnen, terwijl ze je intens aankeek en zo nu en dan haar ogen dichtkneep. Ze was zo dankbaar.

Met onze siamees Pjoes ging het vanaf het begin verbazingwekkend goed. Dat was geen wonder, want Jane zette een charme-offensief in waar je u tegen zegt. Ook voor Pjoes was ze extreem lief. En zo kwam het dat onze eigenwijze, verwaande siamees en dat kleine straatpoesje beste vrienden werden. Ze sliepen samen, wasten elkaar en waren onafscheidelijk. Na overleg besloten we Jane, die tot dat moment ‘poesje’ heette, te vernoemen naar een van de hoofdpersonen uit de Netflixserie ‘Stranger Things’, een meisje met bovennatuurlijke krachten. Dat paste bij wel haar. Er volgden maanden vol knuffelen, op schoot liggen en verwennerij. Jane hoorde helemaal bij ons gezin, iedereen was dol op haar.

Helaas is dit geen verhaal met een goed einde, nou ja, tenminste niet voor ons. Voor Jane is het verhaal denk ik, hoop ik, wél goed geëindigd. Nadat we anderhalf jaar voor haar hebben mogen zorgen, haar zoveel warmte, liefde en eten gaven als ze wilde, bleek ze een snelgroeiende, agressieve tumor te hebben in haar buikje. Toen ze stopte met eten wisten we dat het mis was, en eenmaal bij de dierenarts was het al te laat. Ze had pijn, die ze waarschijnlijk al een tijd had gedragen zonder het te laten zien. Dezelfde dag is de dierenarts bij ons thuis gekomen en is Jane op mijn schoot vredig ingeslapen. We waren allemaal bij haar en de kinderen aaiden haar. We zijn er allemaal erg verdrietig van, omdat we zoveel van haar hielden en we dolgraag nog langer van haar hadden willen genieten. Maar om met Rowwèn Heze’s Jack Poels te spreken: ‘soms is het beter iets moois te verliezen. Beter verliezen dan dat je het nooit hebt gehad’.

Jane heeft op Instagram haar eigen ‘highlight’, een verzamelfilmpje met haar verhaal vanaf het begin dat we haar vonden. Als je naar mijn profiel gaat, kun je het bekijken.

32