Archive | Everyday life

#stokroosinfluencer (update!)

#stokroosinfluencer

Zo, dat was overweldigend: in een uur tijd waren alle 100 zakjes stokrooszaadjes die we hadden gemaakt van zaadjes uit onze eigen tuin op. Een vol emmertje stokrooszaadjes verspreid door heel Nederland en België. Het in- en verpakken van de zaadjes was teamwork, ons hele gezin werkte eraan. Trots brachten we 100 enveloppen met zaadjes naar de brievenbus.

Het #stokroosinfluencer project gaat door
Lang nadat alle enveloppen de deur uit waren, kreeg ik nog berichten van mensen die om zaadjes vroegen. Daarom besloot ik een oproep te doen op Instagram en mensen te vragen hun overtollige zaadjes naar ons toe te sturen. Hoe groter de groene golf die we samen creëren, hoe beter. Er werd goed gehoor aan gegeven, dus vanavond om 19.00 uur kunnen we weer 100 zakjes aanbieden. Je bestelt de zaadjes hier in de shop.
Ik kan de mensen die zaadjes hebben opgestuurd niet genoeg bedanken. Dankzij hen kan het project nu verder. Bedankt @eclectic_fem, @huisvanlotte, @fre_derike, @noorsmit, @daphne_karmijnkobalt, @suzansilvius, @stikensteek, @jumelot, @anietbos, @kim.79, @nicwaas, @anny052967, @tamaraboonillustraties & @accessorizeyourhome. Waarschijnlijk vergeet ik nu een aantal mensen, ik kan het overzicht niet altijd even goed bewaren in het woud van direct messages op Instagram. Heb ik je niet genoemd maar heb je wel zaadjes opgestuurd: sorry, we zijn ook jou heel dankbaar!

Verzendkosten
Als je zaadjes bestelt, kun je ervoor kiezen om wel of geen verzendkosten (2,50) te betalen. Betaal je ze wel, dan draag je bij aan de kosten die we maken. Die kosten gaan verder dan alleen een postzegel. Zo gebruiken we ook verzendetiketten, enveloppen, zakjes voor de zaadjes en stickertjes. Het #stokroosinfluencerproject is non-profit, al het geld dat we binnenkrijgen steken we in het project. Kun of wil je de verzendkosten niet betalen, maar wil je wel bijdragen aan een groenere toekomst in deze onzekere tijd? Voel je niet bezwaard. Dankzij de mensen die de verzendkosten wel betalen, kunnen we vooralsnog ook een aantal zendingen kosteloos versturen. Zo helpen we elkaar.

Ik heb de zaadjes, hoe nu verder?
Stokrozen zijn makkelijke planten, dus ook als je geen groene vingers hebt lukt het je om mooie planten te kweken. Stokrozen groeien het liefst in de zon, maar ook in de halfschaduw of schaduw doen ze het prima. Het zijn tweejarige planten. Dat betekent dat de plant het eerste jaar alleen blad maakt en het jaar erop gaat bloeien. Na die twee jaar is de plant ‘klaar’. Dat wil echter niet zeggen dat hij dan verdwijnt: de stokroos zaait zichzelf over het algemeen uit, dus op de plek van je oude plant groeit gewoon weer een nieuwe. Één plant produceert enorm veel zaad, dat je zelf kan verzamelen om zo de groene golf nóg groter te maken. In mijn highlights ‘stokroos I&II’ op Instagram vind je informatie over het verzamelen van zaden en geef ik antwoord op de meest gestelde vragen.

Zaaien
Heb je de zaadjes ontvangen, dan kun je ervoor kiezen om ze direct buiten te zaaien, of eerst binnen voor te zaaien. In principe kun je buiten het hele jaar zaaien, behalve als het vriest. Wil je er zeker van zijn dat het buiten direct goed gaat met je zaadjes, wacht dan even tot halverwege april of tot de temperatuur zover is opgelopen dat er zeker geen nachtvorst meer komt. Stokrooszaad is sterk en makkelijk: je hoeft het eigenlijk alleen maar in de tuin, of bijvoorbeeld tussen een randje stenen te strooien en te bedekken met ongeveer een centimeter grond. De stokroos groeit graag in de buurt van muren, schuttingen, paaltjes of pergola’s, omdat die beschutting bieden tegen de wind. Stokrozen zijn ideale planten voor in een geveltuin, omdat ze maar héél weinig ruimte hebben om te kunnen groeien. Een randje van minder dan een centimeter tussen twee (stoep)tegels in is genoeg voor ze.
Je kunt nu, eind maart, al prima binnen voorzaaien. Begin mei plant je dan sterke plantjes buiten uit. Voorzaaien is heel simpel. Vul een bakje met potgrond en maak met je vinger een gaatje van ongeveer een centimeter diep. In dat gaatje strooi je twee of drie zaadjes. Geef af en toe een beetje water, niet teveel. Afhankelijk van de plek en temperatuur komen de zaadjes na ongeveer twee weken op. Soms duurt het langer, soms korter. Maak je niet te snel zorgen als je zaadjes niet direct uitkomen.
De plantjes op de foto hieronder links heb ik binnen voorgezaaid zijn nu twee weken ‘oud’. Maar ook de zaadjes die ik een paar weken geleden buiten tussen de tegels strooide komen al op, die zie je rechts. Je ziet dat de plantjes die ik heb voorgezaaid al wat groter zijn, omdat het binnen warmer is dan buiten, maar het plantje buiten doet het (ondanks de nachtvorst van de afgelopen dagen) prima. Zoals ik zei, stokrozen zijn sterke planten. Heb je binnen voorgezaaid en heb je na een maand nog geen plantjes? Maak een nieuw gaatje in je potgrond en probeer het opnieuw met 2 of 3 andere zaadjes. Heel veel succes!

#stokroosinfluencer

Ondertussen vordert ons eigen tuinproject gestaag. Casper rijdt al vanaf maandag af en aan met twee machines door de tuin voor zogenaamde ‘grondwerkzaamheden’. Op Instagram kun je het proces een beetje volgen, ik zal er in de loop van de week hier een update van geven. Fijne dag!

4

Jane de Liefste

In de herfst van 2018 kwam ik samen met onze jongste zoon Mus terug van een weekendje in een vakantiepark. Toen we de auto aan het uitladen waren op onze oprit, hoorden we haar voor het eerst. Een klein poesje, miauwend in de struiken tegenover ons huis. We liepen naar haar toe en praatten tegen haar. Ze was bang en rende weg.
De volgende dag zagen we haar in de tuin. Ze was mager, had duidelijk honger. We zetten een schoteltje voer neer. Pas toen we op een paar meter afstand waren, durfde ze het op te eten. Haar stemmetje viel op: hoog, zacht, smekend. Wat was ze klein!
Het voeren werd een ritueel en het poesje, dat we later Jane zouden noemen, zocht ons steeds vaker op. Soms miauwde ze onder ons slaapkamerraam als ze hoorde dat we daar waren, met haar hoge, herkenbare miauwtje. Dan ging ik uit bed om haar te voeren. Na een tijdje vertrouwde ze ons zo dat we haar mochten aaien. Dat vond ze fantastisch en ze begon meteen héél hard te spinnen.

Dat het niet goed met haar ging, hadden we toen al gezien. Dat ze geen thuis had ook. Ik herinner me dat ik op een koude novemberochtend buiten kwam en haar zag zitten tegen de gevel van ons huis, in een hoopje bladeren. Ze rilde. Op dat moment besloten we te proberen om haar te vangen. Zieke poezen horen niet in de kou tegen een gevel.
Het was niet makkelijk om haar te vangen. Ze vertrouwde ons, maar had duidelijk lang op straat geleefd dus wilde niet worden opgetild. Uiteindelijk lukte het me om haar te pakken te krijgen. Ik zette haar op een oude deken in onze studio, waar ze de tijd kreeg om bij te komen. Ze sliep, at, liet zich aaien en leek dolgelukkig. Bij de dierenarts bleek dat ze, naast niesziekte en een longontsteking waarvoor ze antibiotica kreeg, geen chip had en op onze oproepen op social media en melding bij Amivedi kwam geen respons. Jane leek van niemand, maar ontwikkelde zich binnen een paar dagen tot de perfecte huiskat: vriendelijk, aanhankelijk, sociaal. Ze heeft niet één keer buiten de bak geplast of gepoept, nooit gekrabd of iets stukgemaakt. Jane was alleen maar lief. Hele avonden lag ze op schoot te spinnen, terwijl ze je intens aankeek en zo nu en dan haar ogen dichtkneep. Ze was zo dankbaar.

Met onze siamees Pjoes ging het vanaf het begin verbazingwekkend goed. Dat was geen wonder, want Jane zette een charme-offensief in waar je u tegen zegt. Ook voor Pjoes was ze extreem lief. En zo kwam het dat onze eigenwijze, verwaande siamees en dat kleine straatpoesje beste vrienden werden. Ze sliepen samen, wasten elkaar en waren onafscheidelijk. Na overleg besloten we Jane, die tot dat moment ‘poesje’ heette, te vernoemen naar een van de hoofdpersonen uit de Netflixserie ‘Stranger Things’, een meisje met bovennatuurlijke krachten. Dat paste bij wel haar. Er volgden maanden vol knuffelen, op schoot liggen en verwennerij. Jane hoorde helemaal bij ons gezin, iedereen was dol op haar.

Helaas is dit geen verhaal met een goed einde, nou ja, tenminste niet voor ons. Voor Jane is het verhaal denk ik, hoop ik, wél goed geëindigd. Nadat we anderhalf jaar voor haar hebben mogen zorgen, haar zoveel warmte, liefde en eten gaven als ze wilde, bleek ze een snelgroeiende, agressieve tumor te hebben in haar buikje. Toen ze stopte met eten wisten we dat het mis was, en eenmaal bij de dierenarts was het al te laat. Ze had pijn, die ze waarschijnlijk al een tijd had gedragen zonder het te laten zien. Dezelfde dag is de dierenarts bij ons thuis gekomen en is Jane op mijn schoot vredig ingeslapen. We waren allemaal bij haar en de kinderen aaiden haar. We zijn er allemaal erg verdrietig van, omdat we zoveel van haar hielden en we dolgraag nog langer van haar hadden willen genieten. Maar om met Rowwèn Heze’s Jack Poels te spreken: ‘soms is het beter iets moois te verliezen. Beter verliezen dan dat je het nooit hebt gehad’.

Jane heeft op Instagram haar eigen ‘highlight’, een verzamelfilmpje met haar verhaal vanaf het begin dat we haar vonden. Als je naar mijn profiel gaat, kun je het bekijken.

32

Een nieuw avontuur

Zilverblauw voor GROEN

To plant a garden is to believe in the future ~ Audrey Hepburn

Dit jaar, in juni, bestaat dit blog tien jaar. In 2010, op mijn 29e verjaardag, plaatste ik het allereerste bericht hier op zilverblauw.nl. Wat gebeurde er veel de afgelopen tien jaar, dankzij deze plek online. Leuke, succesvolle dingen, op zowel zakelijk als privégebied, maar ook minder leuke dingen op beide vlakken. Ik denk dat ik kan stellen dat ik door de jaren heen een haat-liefde verhouding heb opgebouwd met sociale media. De eerste jaren was het vooral liefde, ik deelde graag en veel en ontwikkelde een grote passie voor het maken van mooi beeld. Naarmate de jaren verstreken werd de online wereld steeds commerciëler. Facebook kreeg steeds meer voeten in de aarde en nam uiteindelijk zelfs mijn geliefde Instagram over, wat maakte dat ik steeds meer worstelde (en worstel) en het steeds moeilijker werd om het plezier en de liefde voor het maken van online content vast te houden.

De afgelopen maanden nam ik een soort pauze. Dat deed ik niet bewust, ik merkte dat het nodig was omdat ik simpelweg bijna geen beeld meer kón maken. Ik deelde hier en daar wel wat, dingen die me inspireerden, maar ik voelde aan alles dat het anders moest. Instagram heeft mijn wereld, het verhaal dat ik met Zilverblauw wil vertellen, te klein gemaakt. Dat is immers wat Instagram doet: hoe duidelijker je concept daar, hoe beter je foto’s scoren. Dus hoe regelmatiger (op uur en tijd) je interieurbeeld deelt, liefst een overzichtsfoto, en hoe meer bepalend dat beeld is (de gele trap en roze kamer doen het goed) hoe meer likes je krijgt en hoe meer mensen met je willen werken. Mijn creativiteit ging echter volledig aan onderdoor. Ik ben een verhalenverteller, maar mijn verhaal werd steeds eentoniger, saaier, minder authentiek. Mijn wereld is immers veel meer dan die gele trap en roze kamer, maar voor al dat andere voel ik op Instagram weinig ruimte. Daarom gaan we in 2020 wat dingen anders aanpakken. We gaan terug naar de basis, meer dingen doen en delen waar we écht blij van worden. We zijn offline met een prachtig verhaal bezig, namelijk het omtoveren van onze eentonige, verwaarloosde tuin tot een biodivers natuurparadijs, inclusief boomhut en tuinkamer. Ik heb hier de afgelopen tijd aarzelend wat dingen over gepost op Instagram, maar wil er graag meer van laten zien. Casper gaat me daarbij helpen. De komende tijd zal hij misschien ook berichten gaan plaatsen hier. We zullen zien hoe het gaat lopen.

Het allermooiste van bloggen, of van het maken van online content, vind ik dat je een soort van eigen wereldje, je eigen verhaal kan maken en vertellen. Naar die wereldjes kun je altijd terug als je de oude berichten herleest. Als ik wil weten hoe mijn leven was toen ik een jong gezin had, kan ik zo via mijn archief naar 2012 en daar de berichten lezen en de foto’s bekijken. Wil ik zien hoe heftig we in 2018 verbouwden, dan vind ik dat ook hier terug. Het leven is teveel en te groot om in een algoritme te kunnen vangen. Groter dan elke dag een foto van mijn interieur, dan twee regels tekst onder een foto op Instagram. Het is tijd voor een nieuw avontuur. Stay tuned.

25

XXL Monstera

Green Lifestyle Store

Als kind van de jaren ’80 ontwikkelde ik al snel een diepgewortelde haat voor alles wat uit de jaren ’70 afkomstig was. De combinatie van bruin en oranje bijvoorbeeld roept nog steeds een bijna fysieke reactie van walging bij me op. Hetzelfde geldt voor kurk, plantenhangers van macramé, wandkleden en, je voelt het aankomen, Monstera’s. Als ik dit soort iconen van de jaren ’70 tegenkom, ruik ik weer de intense rooklucht die in de bedompte huiskamers uit die tijd hing en voel ik de hoofdpijn die ik als kind kreeg als ik bij mensen met zo’n huiskamer op bezoek moest. Ik associeer bovendien de geur van natte honden met dat soort huiskamers. En wierook, die de rooklucht moest overstemmen en waar ik ook hoofdpijn van kreeg. Ik had het, zo terugkijkend, maar zwaar. Groot was mijn opluchting toen de woonkamers in de jaren ’80 en later in de jaren ’90 steeds lichter werden. Dat kwam doordat bruin en oranje uit de mode raakten, maar ook omdat men massaal die enorme urban jungles bij het grofvuil zette. Wat een verlossing.

Grote monstera

Ik was dus niet bepaald verrukt toen de kamerplantenhype enige jaren geleden terugkeerde. Om eerlijk te zijn dacht ik dat die zogenaamde hipsters gek waren geworden, helemaal toen bleek dat ze ook nog fanatiek plantenhangers gingen macrameeën. De jaren ’70 zijn mij nog te kort geleden. Ik hou wel degelijk van planten hoor (heel erg van de natuur zelfs), en had altijd sowieso wel één of meerdere grote kamerplanten in huis. In het archief van mijn blog komt bijvoorbeeld deze grote sanseveria jaar na jaar terug en een tijdje geleden voegden we Wout toe aan onze woonkamer, een heuse boom die geen enkele jaren ’70 associatie bij me oproept. Dat hele hipster urban jungle-gebeuren mocht van mij echter snel weer overwaaien. Er gebeurde het tegenovergestelde. Planten hebben definitief hun weg terug gevonden naar onze woonkamers en eigenlijk is dat helemaal niet erg. Ze filteren immers fijnstof en zorgen voor schonere lucht in huis, een goede zaak dus.

Green Lifestyle Store

Terug naar mijn afkeer voor de Monstera, de ultieme jaren ’70 plant. Ik denk, terugkijkend, dat de omslag van haat naar liefde ontstond tijdens onze vakantie in La Muralla Roja, waar ik bovenstaande foto maakte. ‘Plants on pink’, een fijne combinatie. Die Monstera bleek een mooie vorm te hebben en verrek, hij groeide niet alleen in bedompte hoofdpijn-huiskamers maar ook gewoon buiten, in een bloembak, bij een van de mooiste gebouwen van de wereld. Ik mocht die plant eigenlijk best wel. Toen onze woonkamer klaar was na de verbouwing, kocht ik geheel vrijwillig een Monstera voor in de greenery achter onze keuken (die zie je hier) en was ik er nog blij mee ook.

grote kamerplant

Trots kan ik stellen dat ik erin geslaagd ben de Monstera definitief uit mijn lijst van jaren ’70 iconen te schrappen. Toen ik namelijk werd benaderd door Green lifestyle store met de vraag of ik een XXL Monstera wilde ontvangen en hier iets over wilde schrijven, werd ik zowaar erg enthousiast. Mijn liefde voor grote planten gecombineerd met mijn hernieuwde liefde voor de Monstera, het viel allemaal op z’n plek. Eind goed al goed. Nu schittert deze prachtige plant in onze huiskamer, die bíjna in een urban jungle is veranderd. Gelukkig roken we niet.

p.s. Ben je op zoek naar net zo’n Monstera of andere grote kamerplanten? Kijk dan zeker even in de webshop van Green lifestyle store. Zoals ik hierboven al vertelde maakte ik deze blogpost in samenwerking met dit bedrijf. Wens je een fijne dag!

6

PAKT en een kruidentuintje op de oprit

PAKT Antwerpen

English below

Het leuke van op reis gaan (of eigenlijk niet per se op reis, maar naar nieuwe plekken gaan) is dat het me altijd nieuwe inspiratie en inzichten oplevert. Vorige week, in de herstvakantie, gingen we een paar dagen naar Antwerpen met de kinderen. Van die dagen heb een verslag gemaakt in stories op Instagram, mocht je het leuk vinden om dat terug te kijken. In Antwerpen raakte ik erg geïnspireerd door PAKT, een plek die omschreven wordt als een ‘hotspot en hutsepot van creatieve en innovatieve Antwerpse ondernemers’. PAKT werkt aan een ‘stadslandbouwproject’, wat inhoudt dat ze een vrij industriële, stadse omgeving zo groen mogelijk hebben gemaakt. Op het dak van de gebouwen verbouwen ze groenten en kruiden, op de pleintjes staan overal bakken met fruitbomen. Het zag er sfeervol en gezellig uit, een groene oase in de stad.

PAKT Antwerpen

Nu zijn Casper en ik al een tijd bezig met het ‘vergroenen’ van de oprit en voortuin van ons huis. We hebben een behoorlijk grote oprit, die toen we het huis kochten volledig bestraat was met stenen die me doen denken aan een parkeerplaats. Voor afwatering of groen was geen enkele plek. Vorig jaar al pakten we de voortuin aan door een groot aantal stenen eruit te halen en er gras, rododendrons en bomen te planten, maar we zijn er nog lang niet. Toen we het huis kochten, zagen de voortuin en oprit eruit zoals op de foto hieronder.

bestrating oprit

Het leuke van ons bezoek aan PAKT was dat we daar als het ware ons plan met de oprit verwezenlijkt zagen. Mooie, organische bestrating gecombineerd met veel groen (en prikkabel, alles wordt beter van prikkabel). Toen we thuiskwamen zaten we weer vol nieuwe ideeën om met de oprit en voortuin verder te gaan.

jaren '20 huis

bestrating oprit

Nu is het ons al best gelukt om de voortuin een stuk groener te krijgen en onlangs toverde Casper de lelijke garagedeur, die niet open kan omdat de bestrating ertegenaan is gelegd (onze auto hoeft sowieso niet in een garage, het is een gebruiksvoorwerp) om tot een houthokje dat vooral bedoeld is als insectenhotel, maar die oprit blijft een beetje een doorn in ons oog. Het liefst zou ik al die lelijke stenen verwijderen en er iets moois voor terug leggen, alleen de kasseien/kinderkopjes die we op het oog hebben zijn behoorlijk duur en niet alles kan tegelijk. Wat me erg aansprak bij PAKT is de manier waarop ze daar het groen in bakken hebben gezet, dus dat inspireerde me om thuis ook eens op zoek te gaan naar een grotere plantenbak voor op de oprit.

kruidentuintje maken in bloembak

Op marktplaats vond ik een zogenaamde metalen stapelbak, oorspronkelijk bedoeld om bijvoorbeeld steigeronderdelen in op te slaan. We kregen ‘m met moeite mee in onze Suzuki Swift, maar aangezien álles in een Suzuki Swift past zolang je het maar graag genoeg wil, lukte het uiteindelijk toch. Eenmaal op de oprit besloten we de stapelbak te vullen met kruiden en de vijg die we meenamen van La Muralla Roja*.

Onze oprit is weer wat groener én we kunnen vanaf nu koken met onze eigen kruiden. Win-win! Wens je een fijne dag.

When we bought our house, the front yard and drive were nothing but pavement. There were barely any plants. We started to make a change almost right after we got the keys and planted trees, rhododendron and a lot of other plants to make our house and the garden look friendlier. When we recently visited PAKT, an inspirational green oasis in the city of Antwerp, we got inspired to create our own small herb garden in an old stacking bin. Very happy with the result! 

*Toen we op vakantie waren bij La Muralla Roja brak ik daar een stukje tak af van een grote vijgenboom. Geheel tegen m’n verwachting in groeide dat takje eenmaal in Nederland uit tot deze vijgenboom. Hij groeit zo hard dat hij alweer toe was aan een nieuwe bak. Het is een fantastische herinnering aan onze vakantie.

6